donderdag 29 augustus 2013

Shanghai

 Shanghai was nog even de kers op de taart. De druppel in de volle emmer. Net voldoende om ons te doen snakken naar ons huisje, vertrouwde gezichten, vanzelfsprekende communicatie.  De contrasten met de vorige gehuchtjes waren enorm.  Een mega stad met enorme skyscrapers. Ze zijn bezig aan de hoogste van China, de tweede hoogste ter wereld (Burgh Kalifa in Dubai is nog steeds nummero uno). Een drukke metropool vol toeristen, Chinese of Westerse.  Toeristen die uitgeschud moeten worden, tot de laatste yuen als het kan.  Zo bijvoorbeeld in de drukke winkelstraat, het equivalent van de Meir, als je de Nike store wil binnenwandelen. Dan komen ze aangelopen met flyertjes van goedkopere sportschoenen, waarschijnlijk naamaak Nikes, luid roepend dat Nike te duur is en je hun schoenen moet  kopen. Tot een stuk in de winkel zelfs, voor ze zich weer naar buiten begeven, wachtende tot je ook weer buitenkomt, om je dan weer lastig te vallen met hun goedkopere sneakers.  Of vragen of je geen foto wil trekken van hen en hun 4 vrienden, studenten die net een dag verlof hebben. Dan blijven ze je aanklampen met vragen à la waar je vandaan komt en hoelang je hier al bent, tot uiteindelijk  of je geen zin hebt naar een theehuis te gaan.  Een truc die ook in de reisgidsen staat: zorgen voor een soort emotionele band en daarna samen iets gaan drinken.  De rekening in het theehuis blijkt dan belachelijk duur en de sympathieke Chinezen die je hadden uitgenodigd zijn met de noorderzon verdwenen.  Laat ons het dus maar bij een zelfgekozen theehuisje houden, of een Starbucks waar mogelijk.  Ooh, heilige Starbucks.  Een veilige haven van gelijkgezinden, waar je favoriete mocha frappuccino altijd even lekker is en de jazz muziek samen met de gekoelde lucht je even doet ontsnappen uit de warme, drukkende en drukke luidruchtige wereld die China heet.

Tijdens de 22 uur durende toch huiswaarts was er tijd genoeg om alles te overpeinzen.  Een grote hap daarvan was de vlucht van Shanghai naar Moskou, die duurde 9 uur.  In een vliegtuig vol Chinezen, en de occasionele Rus.  Nu wil het toeval dat de gemiddelde Chinees een problematisch speeksel overschot heeft.  Dat moet dan acuut opgelost worden met het luidruchtig verzamelen van alle overtollige fluim in neus en keel, gevolgd door een heerlijke plets op de grond.  Iedereen doet het: man of vrouw, jong of oud.  En overal: waar ze staan wordt gedeponeerd.  Nee, niet in de vuilbak waar je toevallig 3 stappen vandaan staat. Gewoon, op de blinkende marmeren vloer van de grote, sjieke, nieuwe luchthaven/shoppingmall/...  Nog een reden om in Starbucks te gaan voor een koffiebreak, een van de weinige plekken (op je eigen hotelkamer na) waar geen gefluim te horen is.  Maar we zaten dus in een vliegtuig, een plek waar je niet echt weg kan.  Deze Chinees had het erg zitten: hij moest toch ongeveer om het half uur zijn kotszakje nemen (oef! Niet op het tapijt! ) om zijn zorgvuldig verzamelde fluim in te schieten.  Bij elke fluim konden we aftellen: alweer een half uur dichter bij ons huisje.  En oh wat was het zalig om daar binnen te strompelen.

zondag 18 augustus 2013

Yangshuo

In het duister van de nacht slopen we binnen. Langs de weg doemden grote gestalten op, zacht verlicht door een in mist gehulde maan.  Steeds kleinere wegeltjes vormden ons pad, met alsmaar minder licht en luider klaterend water.  Aan de voet van een indrukwekkende zwarte reus werden we afgezet, met een in stilte wijzende vinger naar een smal padje tussen twee bosjes. Hmmm... Wij gepakt en gezakt het pad af.
De volgende ochtend zetten we een voet buiten, benieuwd naar waar we nu in godsnaam weer beland zijn.  De deur uit, onze mond valt open terwijl onze blik steeds hoger klimt, totdat ons hoofd in de nek ligt.  De grote zwarte reus blijkt een berg met zeer stijle flanken, als een gigantische stalagmiet uit de grond verrezen.  Zover het oog strekt, is het landschap bezaaid met deze "karst"bergen, begroeid met bomen waar die een houvast konden vinden en ruw gesteente tonend waar de ondergrond hiervoor te steil en ruw is.  Als we ons omdraaien zien we de rivier, die ons vannacht kabbelend gezelschap hield.  De Yulong stroomt zich kronkelend een weg door het landschap.  Het is vandaag een typisch Yangshuaans weertje: regenachtig met dikke mist aan de bergtoppen, prachtig voor mystieke foto's met veel diepte.
Een vrolijke Chinese dame komt ons tegemoet, onze gids voor vandaag. Tow heeft een boerderij met haar man en kinderen, maar ze klust wat bij als gids.  We kiezen een fiets uit en gaan op pad.  Soms langs prachtige landschappen, anders langs drukke banen waar auto's die bij ons niet meer door de keuring zouden geraken ons toeterend voorbijrijden.  Na een mooie tocht worden we verzocht onze fiets te parkeren en plaats te nemen op een bamboe vlot. Er zijn twee rieten stoelen naast elkaar op gebonden en deze bepalen meteen de breedte van het vlot. Het is wel vrij lang, de neus van het vlot ligt een 3tal meter voor ons en vlak achter onze stoel staat de bootsman die het voortduwt met een lange, smalle bamboestok.  Geruisloos glijden we door het landschap, langs de mistige bergen, omringd door tropisch woud. Omdat het zo regenachtig is, is er op elk vlot een grote parasol gebonden tussen de twee stoelen, zodat je enkel nog je voeten moet behoeden van nattigheid.  De parasols in vrolijke kleuren geven het geheel een vrolijke noot.  Onderweg zijn er niveau verschillen in het water, die met het lange, smalle vlot behendig genomen worden, met telkens veel jolijt van de inzittenden (voeten in de lucht! Wiiiii!).  Hier en daar zijn er ook bamboe-vlot-eilandjes gemaakt, met een koelkast vol Tsingtao bier en een bbq vol yak- en ander vlees, waar je kan stoppen voor versnaperingen.  Een fijn tochtje, een leuke manier om voeling te krijgen met het landschap en de couleur locale.  Stroomafwaarts aan de eindmeet waren de fietsen en de gids alweer paraat om de draad weer op te pikken.  We bezoeken nog even de plaatselijke 'grotten van Han' en fietsen dan terug richting hotel.  De lichte miezer die was begonnen is ondertussen veranderd in een hevige plensbui met van die dikke druppels. Welk beter tijdverdrijf met zo'n weer dan een goede massage?  We boeken via het hotel een dubbele massage, voor ons allebei tegelijk, met essentiële oliën, die gewoon in de kamer op ons eigen bed wordt gegeven.  Heerlijk, en voor een fractie van de prijs die we thuis betalen: 15euro/h.  Nadien lekker eten en alweer staan we paraat voor de avond activiteit: een voorstelling met licht en geluid en 300 figuranten op het water met als decor het prachtig verlichte, in mist gehulde karstbergen landschap.  De show speelt dagelijks sinds 2004 en trekt 4000 toeschouwers per voorstelling. Regisseur Zhang Yimou is bekend voor zijn regie van de opening- en slotceremonie van de olympische spelen in Beijing 2008, alsook van de film 'Raise the red lantern'.  Een waardige afsluiter van een zalige dag in Yangshuo.

woensdag 14 augustus 2013

Karaoke Park

Hier zijn we dan: op weg van Lijiang naar Zhongdian.  Een vijf uur durende busrit, waarvan we een uur gereden hebben en ondertussen al een uur stilstaan, in de file begot.  Een ideaal moment om een blogberichtje te schrijven.  Een paar dagen geleden hebben wij namelijk iets gezien waarvan we toch weer eventjes achterover sloegen.  Chengdu staat bekend om zijn panda's.  Er zijn een paar parken, à la Planckendael, maar dan enkel en alleen met panda's.  Naïef als wij waren (ja, telkens weer moeten we vaststellen dat wij nog steeds erg naïef zijn) dachten we dat dit dan wel het hoogtepunt van de stad zou zijn, met daarnaast wat rondkuieren en sfeer opsnuiven (soms met de neus dichtgeknepen).  In onze gids stond ook nog als aanrader het "People's Park", een stadspark centraal gelegen in Chengdu, waar de lokale bevolking zich op artistieke wijze uit op vlak van muziek en performance, en eventueel andere kunsten.  Oké, wij erop af.  Met in het achterhoofd taferelen van serene Thai chi, in stilte uitgevoerd onder begeleiding van een Chinese fluit, of een kalligrafeur die spreuken van de Dalai Lama op kunstige wijze neerschildert op handgeschept papier, onderwijl balancerend op zijn linker kleine teen, nemen we voor 0,8 euro de taxi naar het park.
Nietsvermoedend stappen we uit en volgen een grote stroom mensen, recht op het steeds luider wordende kabaal af.  Voor het eerst staren mensen ons aan alsof ze nog nooit blanken hebben gezien, en zeker niet zo'n grote als Bart. Maar wij gapen hen even verbluft aan.  We komen terecht op een rond plein, opgedeeld in vakken. In elk vak staat een Chinees enthousiast zijn ding te doen, en staan er vele andere nog enthousiaster te klappen en grijnzen.  De performance art waar de Chinezen bekend om staan en waar het hier om draait is... karaoke.  In elk vak staat een laptop met karaoke programma, aangesloten op een krakende, piepende, veel te luide speaker, waar ook het gekweek van desbetreffende Chinees door te horen is.  Uit elk vak galmt een ander nummer, om het luidste en allemaal binnen gehoorsafstand van elkaar.  Soms staat er iemand bij, hevig gesticulerend uit te beelden waar het nummer blijkbaar over gaat.  Sommige vakken hebben een heel publiek, bijvoorbeeld daar waar niet alleen gekweeld, maar ook gedanst wordt, in outfits die doen vermoeden dat de man net onsnapt is uit 'One flew over a cuckoo's nest'. Denk tutu gecombineerd met Tarzan luipaardvelletje en dame Edna bril. Niet echt de performance die we verwachtten.  Wat verder wandelen bracht ons naar een ander deel van het park, waar de 'zang' begeleiding al niet meer bestond uit een laptop, maar uit echte muzikanten.  Ware het niet dat zij hun instrumenten precies zelf gemaakt hadden, wat maakt dat stemmen iets moeilijker blijkt dan gedacht. Denk zelfgemaakte viool, bamboe fluit en trommels.  Maar wel versterkt en schel uit de boxen blèrend. En de muzikanten van eenzelfde groepje lijken elk een ander liedje te brengen.  Een heerlijke kakofonie van geluiden die na een half uurtje eerder begint te lijken op een nachtmerrie.  Het deed me denken aan de marteltechnieken die desoriënteren met oorverdovend, verontrustend geluid, die wel eens aan bod kwamen in de reeks '24'.  Een klein cultuurschokje!

zaterdag 10 augustus 2013

Som ting wong?

Communicatie is toch iets speciaals.  En ook handig. Maar hier vooral voetig.  Dit is de eerste keer dat we in een land zijn waar we echt NIKS verstaan van geschreven of gesproken woord.  Met mijn Latijnse achtergrond kan ik in vele talen hier en daar wel een woord oppikken, en dat jaartje Grieks gaf me zelfs leesbare woorden in de luchthaven van Moscow op de tussenlanding.  Maar hier... Is het andere koek.  Gelukkig hebben we dankzij Riksja, onze reisagent, en de lokale partner een zeer goed uitgewerkt reisplan.  We weten vaak al op voorhand hoe de vork in de steel zit (de chopsticks in de noedels in dit geval), maar details zijn net het moeilijkst af te spreken. Dus handen en voeten, lichaamstaal, en het op voorhand gedownloade appje zijn al van pas gekomen.  -Ik koop een klinker, Walter!- Maar we hebben ook al pictionary gespeeld met één van de chauffeurs om afspraken te maken.  En zelfs het noodnummer van de Chinese agent voor onze reis hebben we al gebruikt.  -Ik roep de hulplijn in!- Ik moest dan mijn telefoon doorgeven aan de chauffeur en hij ging het dan wel uitleggen.
Ondertussen waren we bij het Terracotta leger in Xi'an.  Zeer tot de verbeelding sprekend hoe belangerijk dat voor de 14jarige keizer moet geweest zijn.  Elke warrior heeft een ander gezicht en karakter -althans dat zeggen ze, maar zou er echt geen één dubbeltje tussen die meer dan 3000 beelden zitten?  Een ferme job voor de pottenbakkers van weleer.  En wij maar drummen en over elkaar kruipen om een glimp op de vangen van al dit ambachtelijk schoon.  Daarna hebben we ook nog enkele pareltjes van natuurwonders mogen aanschouwen.  De parken Huanglong en Jiuzhaigou zijn beide beschermd UNESCO werelderfgoed.  We hadden stralende zon, zeer gunstig want dan kwamen de kleuren in al de reflecterende meren en plassen extra goed uit.  Gelegen in een dal tussen groen beboste bergflanken lagen de plassen, opgebouwd in trapjes door kalksteen afzettingen, elk terras een andere schakering van turkoise blauw tot jade groen.  Daar hebben we zonder moeite enkele gigabytes aan foto's soldaat gemaakt.  Tussendoor hebben we ook nog het kleine dorpje Songpan bezocht, hoog in de bergen, waar de Chinezen al een meer Tibetaans uiterlijk hebben.  En ook de gewoonten zijn nog meer zoals vroeger.  Aan elke gevel hangt vlees te drogen van de yak, het plaatselijk equivalent van de koe met lange vacht en horens, die ook gewoon op straat geslacht wordt.  Her en der liggen plassen bloed en hoopjes beenderen waardoor het dorp een weeë geur van loog en ammoniak uitademt.  Maar niet alleen vlees, ook ingewanden, hoeven en oren hangen overal en liggen in de vitrines naast de kippenpoten en varkensdarmen, klaar om door een hongerige Chinees aangeduid te worden als maaltijd.  Yakkie!  Wij hebben ook yak gegeten, maar braaf een stukje spier, iets dat niet naar yak kak stinkt, aub!

woensdag 7 augustus 2013

Pingyao

De nachttrein naar Pingyao.  Wat een avontuur!  We werden in Beijing afgezet aan het Centraal Station. Gepakt en gezakt moesten we, alleen al om binnen te mogen in het station, onze reispaspoorten tonen.  Het leek wel of half China op hetzelfde moment een trein moest nemen als wij.  Daarna moest de hele mierennest door een metaaldetector en de zakken door een x-ray machine zoals in de luchthaven.  Een moment om op je hoede te zijn, want in de chaos kan er al eens iets verdwijnen.  Dit alles in de verzengende hitte, het zweet parelde op ons voorhoofd en druppelde van onze rug.  Daarna op grote lichtborden met Chinese tekens onze trein teruggevonden.  Gelukkig gebruiken ze wel dezelfde tekens voor cijfers als wij.  We kwamen in een grote hal terecht vol bezwete medereizigers met handenvol bagage en eten voor 3 dagen.  Na een uur begon de massa recht te staan, zijn kroost te verzamelen en richting poortjes te schuiven. Dus wij ook.  Dat moest echt een mega trein zijn. Zo veel volk... Wij hadden 'softsleeper' tickets, de meest luxueuze die ons recht zouden moeten geven op een privé coupé.  Spannend.  De 'hardsleepers' liggen namelijk in tweepersoons stapelbedden in 3 lagen boven elkaar langs één kant van de wagon, met daarnaast een smal wandelgangetje. Allemaal over elkaar kruipen met ongeveer 60 cm tussen Jou en het bed boven je. Brrr. Maar wij, wij kregen van de conducteur voor het instappen de verlossende knik en vingerwijzing naar de eerste coupé die we tegenkwamen.  Een klein hemels coconnetje wachtte ons op achter die schuifdeur.  Heerlijk fris van de airco, rustig, stil, mooi met leuke gordijntjes en twee stapelbedden met proper beddengoed en een tafeltje aan het raam.  Wat een contrast met de broeierige, lawaaierige, luidruchtige omgeving waar we uit kwamen!  Heerlijk.  Even later kwamen onze even opgeluchte coupégenoten binnen: een koppel Fransen.  Leuk, wat kletsen en fijn in slaap gewiegd worden op de trein.  12u later kwamen we aan in Pingyao.  Dit dorp uit de 14 e eeuw heeft iets unieks, de tijd is hier blijven stilstaan.  De architectuur is prachtig met die mooie daken die omhoog krullen aan de punt, deuren en ramen van het fijnste houtsnijwerk en alle stoffen in de interieurs in kunstig geweven zijde.  Doorheen het dorp zijn de woningen van prominente figuren in hun originele staat bewaard gebleven en te bezichtigen. Ook de stadsmuur is rondom rond intact gebleven.  Zeer mooi om in rond te snuisteren en te dwalen door de straten.  Uiteraard kan je in de hoofdstraten ook de nodige souvenirs kopen.  Onze kundigheid in het afpingelen wordt op deze manier weer wat aangescherpt...

vrijdag 2 augustus 2013

Beijing continued

Ja, lap. De eerste immodiumkes zijn gesneuveld... Volgens vele bronnen was het slechts een kwestie van tijd. En dan liever in ons sjieke hotel hier in Beijing, dan bijvoorbeeld op de nachttrein naar Pingyao waar we straks op zitten. Dat is naar verluidt geen plek om beste vrienden te worden met het toilet. In elk geval heeft het gelukkig ons programma niet te erg verstoord, dankzij een voorraad vochtige doekjes en desinfecterende handgel.
Gisteren zijn we naar de Olympische site getrokken. Het 'Birds nest' stadion stond al sinds de spelen van 2008 in Beijing op ons verlanglijstje. Een prachtig staaltje moderne architectuur. Ook vanbinnen. Dit staat wel in schril contrast met wat we de dag ervoor bezochten: de Chinese Muur. Wat een wereldwonder! Echt doorwandelen ging niet omdat je bij elke stap die je zet weer andere kronkels en torens van de muur in de verte ziet verschijnen of verdwijnen, wat vraagt om nog een foto, de laatste dan, om het af te leren. We hadden prachtig helder weer door de bliksemstorm met hevige regenval die we de nacht ervoor door de gordijnen zagen flitsen. Blijkbaar was het zicht de dag ervoor heel slecht. Hihihi! Wij content! En 's avonds hebben we ons tegoed gedaan aan een Sechuan hotpot, een Chinese fondue met boullion als basis. Heerlijk smullen van een koperen constructie waarvan de kern hol is en vol gloeiende kolen zit. Daarrond is het compartiment met de constant kokende boullion.
Straks nemen we de nachttrein naar Pingyao, een dorpje van de 14e eeuw dat nu behoort tot UNESCO werelderfgoed. Hier werd onder andere 'Raise the red lantern' opgenomen. We zijn benieuwd.