Communicatie is toch iets speciaals. En ook handig. Maar hier vooral voetig. Dit is de eerste keer dat we in een land zijn waar we echt NIKS verstaan van geschreven of gesproken woord. Met mijn Latijnse achtergrond kan ik in vele talen hier en daar wel een woord oppikken, en dat jaartje Grieks gaf me zelfs leesbare woorden in de luchthaven van Moscow op de tussenlanding. Maar hier... Is het andere koek. Gelukkig hebben we dankzij Riksja, onze reisagent, en de lokale partner een zeer goed uitgewerkt reisplan. We weten vaak al op voorhand hoe de vork in de steel zit (de chopsticks in de noedels in dit geval), maar details zijn net het moeilijkst af te spreken. Dus handen en voeten, lichaamstaal, en het op voorhand gedownloade appje zijn al van pas gekomen. -Ik koop een klinker, Walter!- Maar we hebben ook al pictionary gespeeld met één van de chauffeurs om afspraken te maken. En zelfs het noodnummer van de Chinese agent voor onze reis hebben we al gebruikt. -Ik roep de hulplijn in!- Ik moest dan mijn telefoon doorgeven aan de chauffeur en hij ging het dan wel uitleggen.
Ondertussen waren we bij het Terracotta leger in Xi'an. Zeer tot de verbeelding sprekend hoe belangerijk dat voor de 14jarige keizer moet geweest zijn. Elke warrior heeft een ander gezicht en karakter -althans dat zeggen ze, maar zou er echt geen één dubbeltje tussen die meer dan 3000 beelden zitten? Een ferme job voor de pottenbakkers van weleer. En wij maar drummen en over elkaar kruipen om een glimp op de vangen van al dit ambachtelijk schoon. Daarna hebben we ook nog enkele pareltjes van natuurwonders mogen aanschouwen. De parken Huanglong en Jiuzhaigou zijn beide beschermd UNESCO werelderfgoed. We hadden stralende zon, zeer gunstig want dan kwamen de kleuren in al de reflecterende meren en plassen extra goed uit. Gelegen in een dal tussen groen beboste bergflanken lagen de plassen, opgebouwd in trapjes door kalksteen afzettingen, elk terras een andere schakering van turkoise blauw tot jade groen. Daar hebben we zonder moeite enkele gigabytes aan foto's soldaat gemaakt. Tussendoor hebben we ook nog het kleine dorpje Songpan bezocht, hoog in de bergen, waar de Chinezen al een meer Tibetaans uiterlijk hebben. En ook de gewoonten zijn nog meer zoals vroeger. Aan elke gevel hangt vlees te drogen van de yak, het plaatselijk equivalent van de koe met lange vacht en horens, die ook gewoon op straat geslacht wordt. Her en der liggen plassen bloed en hoopjes beenderen waardoor het dorp een weeë geur van loog en ammoniak uitademt. Maar niet alleen vlees, ook ingewanden, hoeven en oren hangen overal en liggen in de vitrines naast de kippenpoten en varkensdarmen, klaar om door een hongerige Chinees aangeduid te worden als maaltijd. Yakkie! Wij hebben ook yak gegeten, maar braaf een stukje spier, iets dat niet naar yak kak stinkt, aub!
Prachtige reis, super leuk verslag!!! Jullie zijn duidelijk op dreef en de verslaggeefster ook!!! We genieten echt mee!!!
BeantwoordenVerwijderenEten de Chinezen dan niet vegetalisch?
Besos
Moes